Jemig, hoe kan dat nou toch? Jullie oefenen bijna elke dag met lezen, je vindt het eigenlijk best aardig gaan, en toch vertelt de juf je net op het rapportgesprek dat jouw kind met lezen achterblijft.
Dat is toch raar: jouw kind kent alle letters en bij korte 3 en 4 letterige woordjes hoeft hij bijna niet meer te “hakken en te plakken”. “We gaan nog meer apart met hem oefenen, zegt de juf, als jullie dat nu thuis ook doen: hij moet leeskilometers maken, maar ik durf niet met zekerheid te zeggen dat hij met deze resultaten door kan naar groep 5.” Dit hoor je al bijna 2 jaar op school; en ergens weet je het ook wel. Jullie oefenen heel veel, maar het wil gewoon niet lukken. Elke keer als je zijn “huiswerk” erbij pakt, begint hij al te zuchten. “Alweer?” “Mam, het lukt me toch niet!” Je probeert er telkens een nieuwe beloning voor te verzinnen, maar eigenlijk wil jij ook niet meer oefenen; je ziet dat het hem frustreert en eerlijk gezegd, is het best vermoeiend om ernaar te luisteren als het op dit tempo gaat. Maar ja, je wil ook niet dat hij blijft zitten, omdat hij dan wordt weggehaald bij zijn beste vriendje.